“En wanneer je iemand gevangen hebt moet je die persoon optillen en dan drie keer Britse Bulldog roepen, en dan moet die persoon meehelpen met vangen!” Een dertigtal vaders staat aandachtig te luisteren naar de uitleg van het zojuist aangekondigde spel. Op het vader-kind weekend van de Scoutinggroep Dr. Ariëns-Ingrid uit Hengelo gaan de vaders een weekend mee op kamp. Dit om ze de gelegenheid te geven om te ervaren wat scouting inhoudt. Dit jaar speelt het kamp zich af op het terrein van de Teylersgroep uit Losser.
Enkele minuten na de uitleg sprint de hele groep vaders, bijgestaan door hun kroost, over de zandvlakte achter de blokhut. Een enkeling wordt, niet geheel onverwachts, gegrepen en daarmee bestempeld tot vanger. Dit gaat zo enkele rondes door tot er slechts een handjevol vaders, kinderen en leiding over is. Buiten adem en met rood aangelopen gezichten, vastbesloten om weer te ontsnappen aan de grijpgrage vangers, staan ze te wachten op de volgende ronde. “Papa ik ga je pakken hoor”, kraait een opgewekte scout naar haar vader.
Een paar seconden later ervaren de overgebleven fanatiekelingen dan ook dat er deze keer geen ontkomen meer aan is. De vangers, die ondertussen veruit in de meerderheid zijn, hebben weinig moeite om het restantje renners te pakken. Al is er een enkeling bij die dan nog niet van opgeven wil weten. Zo is een van de kabouterleiders, beter bekend als Brombeer, vastbesloten om zich niet te laten optillen. “Kom helpen, deze wil niet opgeven!” En uiteindelijk moet Brombeer zich dan ook gewonnen geven tegenover een overmacht van zes man.
Na afloop van het spel begeeft het hele gezelschap zich weer richting de blokhut. Vaders met bezwete gezichten, enthousiaste nog vrolijk napratende scouts en ook de leiding zijn wel toe aan een rust momentje. Tijd voor het avondeten.