Avondspel Ideeëngids

Dat ken je toch wel? Dat je aan het eind van de opkomst tijd over hebt? Ga je dan krantenmeppen? Altijd?

Nee!!! Kijk vlug verder in de lijst van avondspellen die vlug in elkaar te zetten zijn. Voor altijd en overal een avondspel. De spellen zijn ingedeeld naar groepsvorm en omgeving. Voor een uitgebreid spel of een avond vol spelletjes. Wij hebben een selectie gemaakt van spelletjes, waaruit u een competitie kunt samenstellen. Maak gebruik van onze Competitiegenerator!!!

Spellenlijst

Buitenspelen




Avondspel

Ideeëngids


“Niets in deze uitgave is voorzien van copyright, en kan dus ongehinderd worden gekopieerd of op andere wijze worden vermenigvuldigd, zolang dit in het belang is van het spelaanbod binnen scouting.”

volgens Baden-Powell.

 

Buitenspelen



Ooievaarsgevecht

Teken op de grond een cirkel van ongeveer 10 meter doorsnede. Alle spelers zijn ooievaars die op 1 been in de cirkel staan, met de armen voor de borst gekruist. Zij proberen elkaar uit de cirkel te duwen of te stoten. Wie zijn 'poot' buiten de cirkel zet of wie op zijn andere 'poot' moet steunen, valt af. Welke ooievaar kan het langst in de cirkel blijven?

Terug

De boer en zijn koe

Twee spelers worden geblinddoekt. De ene is boer, de andere zijn koe. Ze staan op een afstand van elkaar. De koe gaat zitten en roept één keer 'boe'. De boer gaat op zoek. Als de koe van plaats verandert, moet hij nog eens roepen. Als de boer de koe tikt is het afgelopen.
Dit spel kun je zonder blinddoeken ook als avondspel in een bos spelen

Benodigdheden:
Twee blinddoeken

Terug

Kringbal

De spelers staan in een grote kring en gooien of rollen een bal naar elkaar. In het midden staan 2 verdedigers die de bal proberen tegen te houden. Lukt dat, dan moet de speler die de bal als laatste gegooid heeft, mee in de kring gaan staan als verdediger. Welke speler blijft als laatste over?

Benodigdheden:
Een bal

Terug

Stoelwacht

De spelers staan in een kring. In het midden staat een stoel die bewaakt wordt door een speler. De spelers in de kring rollen de bal naar elkaar toen. De bedoeling is de bal tussen de poten van de stoel te rollen. Maar de bewaker probeert dat te verhinderen. Slaagt een speler erin de bal tussen de poten door te rollen, dan wordt hij de nieuwe bewaker.

Benodigdheden:
Een stoel

Terug

Appelhappen

Een echt zomerspel. In een teil met water ligt een appel. De speler gaat voor de teil op zijn knieën zitten met zijn handen op zijn rug. Hoe lang duurt het voordat hij de appel uit het water heeft gehapt?

Benodigdheden:
Teil
Water
Een appel

Terug

Kopspijkers

Ken je het TV-programma Kopspijkers? Zet twee spijkers in een blok hout. Twee spelers beantwoorden quizzvragen. Wie als eerste de vraag goed weet te beantwoorden mag met een hamer een mep geven op zijn spijker. Wiens spijker zit er na een paar vragen het diepste in?

Benodigdheden:
Vragen:
Een hamer
Een houten blok

Terug

Sluipende beelden

Iedereen verkleedt zich zodat ze lijken op wassenbeelden. Aan de ene kant van het veld gaat de museumbewaker met zijn rug naar de groep staan. De groep loopt vanaf de startlijn naar de bewaker, maar telkens als die zich omdraait moeten alle beelden stokstijf stil staan. Als hij een beeld ziet bewegen, dan moet dat beeld terug naar de startlijn. Wie als eerste de bewaker aantikt is de nieuwe bewaker.

Benodigdheden:
Verkleedkleren

Terug

Zangtikkertje

Een variant op tikkertje. De spelers lopen rond in het veld. Als de tikker in de buurt komt dan kunnen ze zich beschermen door stil te staan en vliegensvlug een liedje te zingen. Wie geen liedje kan verzinnen, mag getikt worden en is de nieuwe tikker.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Boompje verwisselen

Zoek in het bos een aantal bomen op die min of meer in een cirkel staan. We hebben één boom minder nodig dan het aantal spelers. Hang vlaggetjes aan die bomen. De spelers gaan elk bij een boom staan. Eén speler staat in het midden. Op een afgesproken teken van de spelleider wisselt iedereen van boom. De speler in het midden probeert op dat moment een boom te bemachtigen. Lukt dat dan gaat de speler die op dat moment geen boom heeft, in het midden staan. Als het niet lukt, blijft hij zelf in het midden staan.

Benodigdheden:
Vlaggetjes of linten voor om de bomen

Terug

Natte voeten

Teken een cirkel op de grond met een doorsnede van ongeveer 1 meter. Die cirkel stelt een plas water voor. De spelers geven elkaar een hand en vormen een grote kring om de waterplas. Na het startsein proberen ze erlkaar met trekken en duwen in de plas te krijgen. Wie een 'natte' voet haalt, moet de kring verlaten. Wie blijft het langste op het droge?

Benodigdheden:
Geen

Terug

Kruiwagenrace

De spelers vormen paartjes die, achter de startlijn, een kruiwagen vormen: de ene speler gaat op zijn buik liggen en steunt op zijn handen, de andere tilt hem bij zijn voeten op. Na het startsein racen de kruiwagens naar een afgesproken plek. Welk paartje wint de race? Je kan dit spel ook moeilijker maken door de kruiwagen op zijn rug een beker met water te laten vervoeren.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Ballenplaag

Met een touw wordt een speelveld afgebakend. Twee spelers gaan in het veld staan, de rest er omheen. In het veld liggen een heleboel ballen. De twee veldspelers proberen alle ballen uit het veld te gooien terwijl de spelers daarbuiten ze weer terug gooien. Hoe lang duurt het voordat het veld leeg is?

Benodigdheden:
Veel ballen
Touw (misschien voor het gemak paaltjes op de hoeken)

Terug

Autobandtrekken

Alle spelers zitten in een kring. In het midden ligt een autoband waaraan evenveel touwen bevestigd zijn als er spelers zijn. Iedere speler pakt een touw en begint na het startsein te trekken. De bedoeling is de autoband naar je toe te trekken, maar je moet wel op de grond blijven zitten. Wie als eerste de autoband met zijn handen aan kan raken is de winnaar.

Benodigdheden:
Autoband
Touw

Terug

Steentje gooien

Teken een lijn op ongeveer 4 meter van een muur. Alle spelers krijgen 5 steentjes. De eerste speler gooit een grote steen tegen de muur. De bedoeling is nu dat elke speler een klein steentje zo dicht mogelijk bij de grote gooit. Maar de steentjes moeten dan wel eerst de muur hebben geraakt. De speler die zijn steentje het dichtstbij krijgt mag alle steentjes oprapen en dan begint het opnieuw. De speler die als eerste zijn steentjes kwijt is verliest.

Benodigdheden:
Een muur
Voor elke speler 5 kleine steentjes
Een wat grotere steen

Terug

Blaasbal

Teken met krijt 2 lijnen paralel aan elkaar. Leg in het midden een pingpongbal. Achter elke lijn gaat een speler zitten die moet proberen het balletje over de lijn van de tegenstander te blazen. Als dat lukt krijgt diegene een punt. Wie haalt als eerste 5 punten.
Je kan dit spel ook met meerdere spelers tegelijk spelen. Doe het echter niet te lang want van blazen kun je hoofdpijn krijgen of zelfs misselijk worden.

Benodigdheden:
Krijt
Een pingpongballetje

Terug

Haasjetikkertje

Alle spelers lopen rond in het veld. Als iemand wordt getikt door de tikker moet hij zich vooroverbuigen en blijven staan. Hij kan alleen worden verlost als iemand haasje over springt.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Kussenstoten

In een cirkel met een doorsnede van 3 meter staan twee spelers. Tussen hun hoofden klemmen ze een kussen. Ze proberen nu zonder hun handen te gebruiken de ander uit de cirkel te duwen. Je kan het kussen ook tussen de schouders klemmen, dat is iets veiliger.

Benodigdheden:
Een kussen

Terug

Waterschieten

Elke speler krijgt een waterpistool en een emmer water. Voor elke speler staan op een meter of 3 vijf flessen met op elke fles een pingpongballetje. Na het startsein vullen de spelers zo vlug mogelijk hun waterpistool en proberen de balletjes van de flessen te schieten. De speler die als eerste alle pingpongballetjes van zijn flessen geschoten heeft, wint.

Benodigdheden:
Waterpistolen
Emmers
Pingpongballetjes
Flessen

Terug

Hanenduel

Twee spelers zitten naast elkaar gehurkt met een stok in hun knieholte. Met hun handen houden ze onder de stok door hun benen vast. Zo proberen ze elkaar zonder overeind te komen elkaar om te duwen.

Benodigdheden:
Twee stokken

Terug

Strandtikkertje

Een leuke tikkertjevariant voor op het strand. Verspreid een aantal handdoeken. Iedereen, behalve de tikker, staat op een handddoek. Op een teken van de spelleider wisselt iedereen van haddoek. Degene die dan worden getikt gaan op de handdoek liggen. Wie blijven er over?

Benodigdheden:
Handdoeken

Terug

Kwallenspel

Op het strand (speelveld) liggen kwallen (waterbalonnen). De geblinddoekte speler moet proberen het strand over te steken zonder op een kwal te trappen. Elke geknalde kwal is een strafpunt.

Benodigdheden:
Waterbalonnen
Blinddoek
Water

Terug

Dribbelbal

Probeer zo lang mogelijk te dribbelen met twee ballen tegelijk. Je kan ook proberen een bepaalde afstand af te leggen, binnen een cirkel te blijven of een parcours te volbrengen. Het spel wordt helemaal moeilijk als de ballen niet even hard zijn opgepompt.

Benodigdheden:
Twee ballen

Terug

Tweelingtikkertje

In een hoek van het speelveld staan twee tikkers klaar. Ze mogen elkaars hand niet loslaten. Ze proberen een speler te tikken. Hebben ze iemand getikt (zonder de handen los te laten) dan wisselt de getikte speler met één van de tikkers. Wie komt het minste aan de beurt als tikker?

Benodigdheden:
Geen

Terug

Drie is teveel

Alle spelers maken tweetallen. De spelleider haalt er een tweetal uit. Een van hen wordt de tikker (alleen van dit koppel), de ander de te tikken persoon. Als de te tikken persoon denkt niet langer weg te kunnen rennen van de tikker dan pakt hij de hand van iemand van een van de andere tweetallen vast. De speler die aan de andere kant van het (nu) drietal staat moet wegrennen en is nu de te tikken persoon. Speelt de tikker het klaar om de te tikken speler te tikken, dan draaien de rollen om.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Hagedistikkertje

De tikker staat in de hoek van het speelveld met een lint of das in de broekrand (als een soort staart). De tikker probeert nu zoveel mogelijk spelers te tikken zonder zijn staart kwijt te raken. Als een speler is getikt dan moet hij met gekruiste benen gaan staan. Je kunt afspreken hoe de tikker zijn staart kwijt kan raken:

Alleen getikte spelers mogen de staart pakken

Alleen vrije spelers mogen de staart pakken

Iedereen mag de staart pakken

Benodigdheden:
Een das of lint

Terug

Staarttikkertje

De spelers stoppen allemaal hun das achter hun broekband (als een soort staart). Als het spel begint probeert elke speler een staart van een ander los te trekken (niet vastknopen dus!). Als een speler een staart te pakken heeft dan laat hij hem meteen op de grond vallen. Hij krijgt dan een punt en de getikte speler doet zijn staart weer terug. Wie heeft er na 3 minuten de meeste punten?

Benodigdheden:
Dassen of lintjes voor alle spelers

Terug

Staarttikkertje 2

Dit is een tikspel waarbij de tikker een stuk lint tussen zijn broekriem duwt. Hij moet nu proberen zoveel mogelijk andere spelers te tikken. Als iemand getikt is moet hij/zij met de benen gekruist gaan staan. Het gaat er om dat de tikker zo veel mogelijk mensen heeft getikt op het moment dat iemand zijn lint afpakt. Vantevoren spreek je af wie dat mogen doen:

a. alleen niet getikte spelers
b. alleen de getikte spelers
c. allebei

Benodigdheden:
Een kort lint of das

Terug

Geheim agent

Als je het sluipspel hebt gespeeld is dit een mooi vervolg. Iemand van de leiding 'neemt de rest van de groep in vertrouwen' en vertelt dat er waarschijnlijk een geheim agent op zijn route langs zal komen om geheime stukken af te leveren. Er wordt afgesproken dat de geheim agent zal worden gevolgd tot de vracht is afgeleverd. En ja hoor, na even te hebben gewacht komt daar inderdaad een man (vermomde leider of kennis) aan met zijn kraag omhoog, een hoed op zijn hoofd en een enveloppe onder zijn arm. Stil volgen alle kinderen zonder zichzelf te verraden. Af en toe draait de spion zich om, maar er is natuurlijk niemand te zien. Pas op het moment dat de spion zijn pakje neerlegt op de plek waar hij het moest achterlaten, komen de kinderen in aktie en overmeesteren de spion.

Benodigdheden:
Een grote envelop met papieren
Een vermomming

Terug

Blikkietrap

Een van de bekende spelen is blikkietrap. Voor de mensen die het niet kennen zal ik het kort uitleggen. Dit spel lijkt erg op verstoppertje met de mogelijkheid om voor de hele groep vrij te buten. Ergens wordt op een vaste plek een bal neergelegd. De bal wordt door een van de spelers weggeschoten. Alle spelers rennen weg om zich te verstoppen, terwijl degene die 'hem' is naar de bal toe loopt om hem weer terug te halen. Als hij de bal heeft moet hij achteruit teruglopen naar de plek vanwaar hij was weggeschoten. Zo wordt voorkomen dat hij kan zien waar de rest zich verstopt. Als de bal weer op zijn plek ligt dan kan er begonnen worden met zoeken. Net zoals bij verstoppertje wordt er gebuut en vrijgebuut. Ook is het zo dat degene die het eerste betrapt wordt het volgende potje de pineut is. Er is hier echter een uitzondering op: De bal kan weer weggetrapt worden en dan mag iedereen die al was gepakt weer wegrennen en begint alles opnieuw. Dit mag in totaal twee keer gebeuren en dan is de eerste toch echt aan de beurt om als volgende 'em' te zijn.

Benodigdheden:
Een bal

Terug

Weg met de stok

De spelers verspreiden zich in het speelveld. In een hoek van het veld wacht een tikker. De spelers hebben samen 1 stok die ze verticaal vasthouden. Als de tikker mag beginnen gaat hij achter de speler met de stok aan. Degene met de stok mag de stok doorgeven (niet gooien) naar een van de andere spelers. De tikker moet proberen degene met de stok te tikken. Hoe goed kunnen de spelers samenwerken?

Benodigdheden:
Een stok

Terug

Kapiteintje

Op de grond wordt een groot vierkant getekent (minstens 5x5 meter). Met de groep wordt afgesproken welke lijnen noord, oost, west en zuid (of noord, zuid, Bakboord en stuurboord) vertegenwoordigen. Tevens worden een aantal vaste symbolen afgesproken (zie overzicht). Vervolgens begint de spelleider een verhaal te vertellen over een kappitein die moet gaan varen (zelf wat improviseren). Elke keer als er in het verhaal een woord voorkomt waar een symbool voor is afgesproken beelden ze dit symbool uit. Is er iemand een fractie te laat, of beeldt hij/zij het verkeerde symbool uit dan is die persoon af.

Symbolen:

Noord = iedereen rent naar het noorden
Zuid = iedereen rent naar het zuiden
Oost = iedereen rent naar het oosten
West = iedereen rent naar het westen
Kapitein = rechtop staan met saluut aan de (denkbeeldige) pet
Boot = op je hurken zitten met je armen in een punt naar voren
Koning = je handen op je hoofd houden als een kroon
Draak = eng gezicht trekken met je armen in de lucht
Ziek = op je buik liggen
Dood = op je rug liggen met armen en benen recht omhoog
Kanon = Op je knieen haan zitten en een balletje van jezelf maken.

Je begrijpt dat dit teveel is om in een keer te leren. De eerste keer dat je het spel speelt neem je maar een aantal symbolen en de volgende keren bouw je het langzaam op tot je een verhaal als dit kunt spelen.

Voorbeeldverhaal:

Er was eens een kapitein......en die moest bij de koning komen....! Hij zei tegen de kapitein......ik wil dat je voor me naar het noorden gaat..... want daar wordt mijn volk bedreigt door een draak.....nou, daarvoor wilde de kappitein.....wel helpen. Hij ging dus naar zijn boot.....en voer over een rivier, naar de zee in het oosten..... Toen zijn boot.....eenmaal op zee was draaide hij bij naar het noorden! En daar ging hij, niet naar het westen.....,ook niet het zuiden....., nee, hij ging naar het noorden. Maar het ging niet allemaal goed onderweg. Want de kok was niet al te best en had niet genoeg groente ingeslagen. Een deel van de bemanning werd ziek.....en een aantal gingen er zelfs dood. Maar er bleven er genoeg over en daar kwamen ze al aan in het hoge noorden. De kapitein.....keek om zich heen en daar was hij al, de boze draak.....! Gelukkig was er een slimme matroos die het kanon afvuurde.....en zo de draak doodde. Blij gingen ze weer terug naar het zuiden.....waar de koning.....al een groot feest had georganiseerd. En ze leefden nog lang en gelukkig!

Benodigdheden:
Een vierkant speelveld
Een verhaal (zie boven)

Terug

Eerst bij mij

De spelleider zegt (op een cryptische manier) wat hij zoekt. De kinderen proberen in teams of voor zichzelf zo snel mogelijk te vinden wat is gevraagd. Zo kun je bijvoorbeeld vragen om een afbeelding van de koningin (munt) of een paar blauwe sokken. Kijk bij dit spel wel uit dat met het rennen niemand op elkaar botst.

Een variatie op dit spel is om te vragen om dingen die beginnen met een bepaalde letter van het alfabet.

Benodigdheden:
Voor dit spel zijn er geen speciale benodigdheden

Terug

Blindemannetje

Een geblindoekte speler zoekt in de kring naar een ander. Heeft hij/zij iemand gevonden dan moet hij door te voelen er achter zien te komen wie het is.

Benodigdheden:
Een blindoek

Terug

Hollandse leeuwen of Britse Buldoggen

Aan beide kanten van een veld of speelplaats wordt een lijn getrokken. Achter een van de twee lijnen stellen alle spelers zich op. In het midden van het veld staat ook 1 speler. Op het moment dat die speler 'Hollandse leeuwen!' roept (of Britse Buldoggen als je het spel zo noemt) moeten alle spelers van achter de lijn vandaan komen en het speelveld overrennen naar de andere lijn. Maar, dat gaat natuurlijk niet zomaar. De speler in het midden probeert de spelers te pakken door hun beide voeten van de grond te tillen. Is dit gelukt dan blijft die speler ook in het midden om mee te helpen om andere spelers te pakken. Staat iedereen die niet gepakt is weer achter een lijn (waar ze veilig zijn) dan begint het weer opnieuw zodra iemand 'Hollandse leeuwen!' roept. Het spel gaat net zo lang door tot er nog maar 1 persoon achter de lijnen staat. Diegene begint het volgende spel in het midden.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Chinese muur

Alle spelers staan aan dezelfde kant van het veld. In het midden staat de tikker. Op een teken steken alle spelers over. De spelers die niet getikt worden wachten aan de overkant op het volgende teken. De getikten vormen in het midden van het veld een muur, door elkaars handen vast te houden. De buitenste spelers in de muur mogen ook tikken, maar iedereen in de muur moet elkaars handen vast blijven houden. Hoe groot is de muur in het midden na zes keer overlopen?

Benodigdheden:
Geen

Terug

Jachthond en haas

Alle spelers zitten in een kring op zo'n afstand van elkaar zodat je tussen de spelers door kan lopen. Twee van hen staan op. De een is de tikker de ander moet worden getikt. De te tikken speler mag door de kring lopen en er omheen. De tikker moet hem precies volgen om hem te kunnen tikken. Loopt de tikker niet de goede route dan heeft hij verloren. Als hij de ander tikt dan wint hij natuurlijk.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Mokkenrace

De spelers staan in een rij, iedereen met een mok in zijn hand. Aan het begin en het einde staat een emmer. Je voelt hem al aankomen: de emmer aan het begin is vol, en die aan het eind leeg. De eerste in de rij schept water uit de emmer en giet het over in de mok van de volgende. Dit gaat door tot de laatste, die zijn water in de lege emmer gooit. De bedoeling is om zo veel mogelijk van het water over te brengen naar de andere emmer.

Benodigdheden:
Twee emmers
Net zoveel mokken als deelnemers

Terug

Klusjesdag

Misschien niet de leukste activiteit, maar het moet toch gebeuren. Behalve schoonmaken en opruimen moet er ook wel eens wat worden gerepareerd. Bovendien kun je eens met elkaar om de tafel gaan zitten: Wat willen we graag in onze ruimte hebben? Kunnen we dat zelf maken? Hoe pak je het aan? Je zult zien dat er meer mogelijk is dan je zelf dacht.

Benodigdheden:
Hangt helemaal van je klusjes af

Terug

Volg de leider

Dit spel is heel simpel: de hele groep stelt zich op in een rij. De eerste in de rij begint te lopen op een speciale manier, zoals hij/zij het wil. De rest van de rij volgt op dezelfde manier. Op een teken van de spelleider sluit de voorste achter aan en de nieuwe koploper bedenkt zijn eigen pasjes.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Springende kring

Alle spelers staan in een kring. De spelleider staat in het midden met een lang touw. Het uiteinde van het touw is wat verzwaard, bijvoorbeeld door een paar knopen in te leggen. De spelleider begint langzaam rondjes om zijn as te draaien waardoor het touw in een grote straal met hem mee draait. Iedereen in de kring springt over het touw heen als hij langskomt. De speler die niet op tijd springt is af of verliest een punt.

Benodigdheden:
Een touw van een paar meter lang

Terug

Bevrijdingstikkertje

Uit een groep spelers wordt een tikker gekozen. De tikker krijgt een blindoek om of kijkt even de andere kant op. Als de tikker niet kijkt wijst de spelleider een 'bevrijder' aan. De tikker mag weer kijken en het spel begint. De tikker probeert zo veel mogelijk spelers te tikken. Eenmaal getikt gaat een speler op de grond zitten. Alleen de bevrijder (die nog onbekend is bij de tikker) mag spelers vrijtikken zodat ze weer mee mogen spelen. Als de bevrijder is getikt stopt het spel. Laat niet te lang de zelfde tikker aan het werk (3 minuten is meestal lang zat).

Benodigdheden:
Geen

Terug

Pas op de schijn

Alle spelers staan in een kring. De spelleider staat in het midden met in zijn handen een bal. Hij gooit de bal in willekeurige volgorde naar de spelers. De speler die de bal vangt gooit hem weer terug naar de leider. Maar de spelleider maakt ook schijnbewegingen. Beweegt een speler dan toch met zijn handen alsof hij de bal wil vangen, dan is hij af en gaat hij zitten. Dit spel is erg leuk als je de bal goed aangooit en snel speelt.

Benodigdheden:
Een bal

Terug

Inhaalbal

Spelers van twee teams gaan om en om in een kring staan. Van elke partij krijgt een speler een bal. De spelers die de bal krijgen staan tegenover elkaar in de kring. Op een teken van de spelleider gooien de spelers de bal door naar hun teamgenoot rechts van hun. Ze gooien dus niet naar hun rechter buurman van de andere partij, maar naar de volgende speler die bij hun eigen team zit. De spelers gooien de bal zo snel mogelijk over. Een team heeft gewonnen als hun bal de bal van de tegenpartij heeft ingehaald.

Benodigdheden:
Twee ballen

Terug

Paaltjesvoetbal

Op een groot speelterrein zet elke individuele speler zijn paaltje of kegel neer, of zijn tak in de grond. Met een bal moeten de spelers proberen elkaars paaltjes om te schoppen. Elke speler begint met tien punten. Elke keer dat zijn/haar paaltje wordt omgeschopt gaat er een punt af en elke keer dat ze er zelf een omschieten komen er twee punten bij. Spelers die op nul komen liggen eruit. Er wordt doorgespeeld tot een bepaalde tijd en dan wint degene met de meeste punten. Het spel stopt natuurlijk ook als alle spelers op 1 na op nul zijn aangekomen.

Benodigdheden:
Net zoveel paaltjes als spelers
Een bal

Terug

Flesjesvoetbal

Deze variant op paaltjesvoetbal is bijna hetzelfde, alleen worden er geen punten geteld. Elke speler krijgt een frisdrankfles gevuld met water. Een speler speelt mee zolang er water in zijn fles zit. Wanneer je fles wordt omgeschoten is het dus zaak om hem zo snel mogelijk weer rechtop te zetten zodat je zo min mogelijk water verliest.

Benodigdheden:
Net zoveel flesjes als spelers
Een bal

Terug

Krokodillenbal

2/3 van de kinderen staat in een kring. De rest staat in een lijn (als in een polonaise) in het midden van de kring. Deze spelers vormen samen een krokodil. De bedoeling is om de staart van de krokodil te beschermen terwijl de kinderen in de kring de staart proberen te raken met een zachte bal. Als de achterste is geraakt, schuift hij door naar voren en wordt hij de kop van de krokodil.

Benodigdheden
Een zachte bal

 

Terug

Binnenspelen



Kettingverhaal

Leuk spel voor rond een kampvuur. De eerste begint een ter plekke verzonnen verhaal te vertellen en op een spannend punt stopt hij. De volgende neemt het over en ook hij stopt als het spannend wordt. Zo gaat het verhaal de hele kring door.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Beschuitfluiten

Dit spel wordt gespeeld met twee of meer spelers. Iedereen krijgt een beschuitje (of 2 crackers). Op een teken van de spelleider probeert iedereen het beschuitje zo snel mogelijk op te eten. De eerste die een bepaald liedje kan fluiten heeft gewonnen.

Als niet iedereen kan fluiten kun je ook doen wie het eerst een ballon kan opblazen (zonder dat de ballon vol met beschuit zit!).

Benodigdheden:
Een pak beschuit
Als je de ballonnenvariant doet heb je natuurlijk ook ballonnen nodig

Terug

Beroepenzoeken

De spelleider maakt een stapel kaartjes met daarop beroepen. Elke beroep moet twee keer voorkomen. Hij deelt de kaartjes uit aan een grote groep deelnemers. Iedereen beeldt zonder geluid te maken het beroep uit. Kunnen ze de ander met hetzelfde beroep vinden?

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Grabbeltenen

Drie potjes staan op een rijtje. Twee meter daar vandaan ligt een hoopje stenen, knikkers en takjes. Wie heeft er als eerste 5 knikkers, 5 takjes en 5 steentjes in zijn potjes?

Benodigdheden:
Stenen
Knikkers
Takjes
Per speler 3 potjes of blikken

Terug

Muizenvang

Alle spelers zitten in een kring met hun benen vooruit. Eén speler verlaat de kamer, hij moet straks een muis (balletje) vangen. In de kring loopt het muisje onder de benen door. Plotseling komt de muizenvanger binnen. De speler die op dat moment de muis onder zijn benen heeft, probeert die daar zo onopvallend mogelijk te laten liggen. De muizenvanger moet, alleen maar door te kijken, raden waar de muis verstopt zit. Als hij het raadt, wordt iemand anders muizenvanger. Anders moet hij opnieuw de kamper verlaten.

Benodigdheden:
Een balletje

Terug

Zoek mij!

Alle spelers verlaten de kamer. Eén speler of de spelleider verstopt een pingpongballetje of een ander kleinvoorwerp op een zichtbare, maar niet al te opvallende plaats. De andere spelers komen terug in de kamer en gaan op zoek naar het voorwerp.
Wie het pingpongballetje heeft gezien, gaat op de grond zitten. Zo gaat het spel door tot alle spelers op de grond zitten. De speler die het voorwerp als eerste heeft gezien, mag een nieuwe verstopplaats zoeken.

Benodigdheden:
Een pingpongballetje

Terug

Schudden maar!

Twee spelers gaan naast elkaar staan en steken een geldstuk onder hun kraag. De bedoeling is als eerste het geldstuk los te schudden zodat het op de grond valt. De handen mogen daarbij niet gebruikt worden. Schudden dus maar!
Dit spel kun je ook als estafette spelen.

Benodigdheden:
Munten

Terug

Krantenkoppen

De spelleider verknipt een aantal krantekoppen. De spelers proberen weer samen te stellen. Voor elke juiste kop krijgen ze een punt.

Benodigdheden:
Kranten
Schaar

Terug

Kamerbasket

De basket is een emmer die aan een kant van de kamer op de vloer staat. De basketbal is een pittenzakje of een zacht balletje. De bedoeling is om in zo weinig mogelijk beurten 5 keer (of een ander aantal) het pittenzakje in de emmer te gooien. Je kunt hier een echte basketballcompetitie van maken!

Benodigdheden:
Een emmer
Pittenzakjes of zachte balletjes

Terug

Elastiekspelletje

Sla langs de rand van een houten schijf van ongeveer 10 cm doorsnee op gelijke afstand van elkaar 10 kleine spijkertjes. Doe om de cirkel van spijkers een elastiekje. De spelers halen nu om beurten het elastiekje van een spijker of doen het er juist omheen. Wie als eerste een driehoek kan vormen is de winnaar.

Benodigdheden:
Een schijf
Spijkers
Elastiekje

Terug

Voorwerpspel

In het midden van de kring liggen evenveel voorwerpen als er spelers zijn. Iedereen neemt een voorwerp in gedachten. Zodra het startsein wordt gegeven, gaat iedereen naar 'zijn' voorwerp. Wie helemaal alleen bij een voorwerp staat, krijgt een punt.

Benodigdheden:
Verschillende voorwerpen

Terug

Knopen rapen

Leg twee soorten knopen door elkaar op tafel, bijvoorbeeld 10 witten en 10 zwarte knopen. De speler neemt een rode knoop in zijn handen en gooit hem op. Zolang de knoop in de lucht is moet hij zoveel mogelijk witte knopen van tafel pakken. Hij moet natuurlijk de rode knoop wel weer vangen anders krijgt hij geen punten. Elke witte knoop die hij pakt levert een punt op. Pakt hij per ongeluk een zwarte dan kost dat twee strafpunten.

Benodigdheden:
Knopen in verschillende knopen

Terug

Blind schrijven

Een speler gaat geblinddoekt aan een tafel zitten. Een andere speler gaat achter hem staan en pakt zijn hand. Met in die hand een pen schrijft hij iets op het papier. Als de eerste speler kan raden welk woord hij heeft geschreven dan draaien de rollen om. Anders moet hij het nog eens proberen.

Benodigdheden:
Een blinddoek
Pen en papier

Terug

Telefoongesprek

Twee spelers verlaten de kamer en spreken af welke rollen ze gaan spelen. Denk daarbij aan beroepen, zoals brandweerman of zangeres. Daarna komen ze weer terug in de kamer en voeren een telefoongesprek. Kan de groep raden welke rollen ze spelen?

Benodigdheden:
Geen

Terug

Spelend spellen

De spelleider kiest een woord dat door de spelers moet worden gespeld. Dat wil zeggen dat ze voor elke letter van het woord een beroep moeten noemen. Voor 'vogel' zou dat dus bijvoorbeeld veerman organist geluidsman enqueteur en lasser kunnen zijn. Je kunt dit natuurlijk ook spelen met plaatsnamen, jongensnamen, automerken enz.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Halfspreekwoorden

De spelleider zegt de helft van een spreekwoord. Kan de spelleider de tweede helft noemen dan is hij nu de spelleider. Kan hij dat niet, dan krijgt hij een strafpunt en is iemand anders aan de beurt.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Groeiende woorden

Schrijf een kort woord op een blaadje. Geef het blaadje door aan de volgende speler die van de letters van het woord een nieuw woord maakt door er een letter aan toe te voegen. Het papiertje gaat rond tot er iemand geen woord meer kan maken. Wie het langste woord maakt krijgt voor elke letter uit dat woord een punt. Voorbeeldje: bes bies blies enz.

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Kaartgooien

Beide spelers krijgen evenveel kaarten. Er wordt een kaart vlakbij een muur gelegd. De spelers gaan ongeveer twee meter van de muur staan en gooien om de beurt een kaart tegen de muur. Als de kaart met de beeldzijde omhoog valt dan mag de speler alle kaarten die tegen de muur liggen hebben. Ligt de kaart met de beeldzijde omlaag dan moet hij blijven liggen. Dit spel gaat door tot de tegenspeler geen kaarten meer heeft.

Benodigdheden:
Speelkaarten
Een muur

Terug

Woordbreien

De spelleider kiest vijf willekeurige woorden uit de krant. De spelers moeten een zo kort mogelijke, kloppende zin maken waar die vijf woorden in voorkomen. Wie maakt de gekste zinnen?

Benodigdheden:
Een krant
Pen en papier

Terug

Wasknijperspel

Alle spelers staan in een kring met tussen hun tanden een wasknijper. Ze moeten een munt met hun wasknijpers zien door te geven. Wie de munt laat vallen is af. Je kan dit spel ook in teams spelen en er een race van maken.

Benodigdheden:
Wasknijpers
Een munt

Terug

Wie ben ik?

De spelleider heeft een stapel kaartjes met daarop de namen van personen en voorwerpen. Iedere speler krijgt een kaartje op de rug gespeld. Door vragen aan anderen te stellen moet hij te weten komen wie of wat hij is. Je mag niet twee keer na elkaar aan dezelfde persoon een vraag stellen. Wie weet het als eerste?

Benodigdheden:
Kaartjes met namen en voorwerpen
Veiligheidsspelden

Terug

Touwtje trek

Elke speler heeft een stuk touw met een kraal eraan. In het midden van de tafel ligt een bierviltje. Iedereen legt zijn kraal op het viltje en blijft het touw vasthouden. Een andere speler houdt een beker vast en gooit met een dobbelsteen. Als hij 1 of 6 gooit, zet hij de beker zo snel mogelijk op het viltje om de kralen te vangen. De anderen proberen op tijd hun kraal weg te trekken. Als er een ander getal wordt gegooid mogen de spelers hun kraal niet wegtrekken. Wie dat wel doet krijgt een strafpunt of is af.
Je kan dit spel ook in een grotere variant spelen met een houten plaat op de grond en een grote pannedeksel.

Benodigdheden:
Beker
Bierviltje
Dobbelsteen
Voor elke speler een touw met kraal

Terug

Rijmkunst

Leuk spelletje in de donkere dagen voor Sinterklaas. Uit een tijdschrift wordt een willekeurig woord gehaald. Elke speler bedenkt zoveel mogelijk woorden die er op rijmen. Wie bedenkt de meeste?

Benodigdheden:
Een tijdschrift
Pen en papier

Terug

Woordbrug

De spelleider geeft twee woorden. Elke speler probeert door steeds een letter te veranderen in het eerste woord in zo min mogelijk stappen naar het tweede woord te komen. De winnaar is degene die dat in het minste aantal stappen kan. Voorbeeldje: koud kous koos rots rats raas waas wars warm.

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Snoepjespad

Zet een bord met snoepjes klaar. Schud de kaarten en leg ze met de beeldzijde naar boven in een lange slinger op de grond. Alle spelers zetten hun pion op de eerste kaart van de slinger. De bedoeling is net als bij ganzebord om als eerste het andere eind van de slinger te bereiken. Onderweg verzamel je zo veel mogelijk snoepjes. Gooi met de dobbelsteen en ga het aantal vakjes vooruit dat je hebt gegooid. Op sommige kaarten moet je letten:
- boer, dame of heer: je mag een snoepje pakken. Eet het nog niet op want misschien moet je het weer terug leggen.
- aas: leg een snoepje terug. Wie nog geen snoepje heeft, moet een beurt overslaan.
- 3: ga 3 stappen vooruit
- 5: ga 5 stappen terug
De speler die als eerste aan het eind van de slinger is en minstens 1 snoepje heeft, wint.

Benodigdheden:
Een spel kaarten
Een bord met snoepjes
Pionnen

Terug

Verboden letters

De spelleider noemt een verboden letter, bijvoorbeeld de 'o'. Dan zegt hij een zin waarin de letter een aantal keer voorkomt, zoals 'Broer loopt naar de dokter', Nu moeten de spelers elk voor zich deze zin herschrijven, maar zonder de verboden letter te gebruiken. In dit geval zou je bijvoorbeeld kunnen schrijven: 'Bert gaat naar de arts'. Iedereen die een goede zin kan bedenken, krijgt een punt.

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Wassen beelden

Twee museumbewakers verlaten de kamers. De rest van de groep gaat als beelden in een bepaalde positie staan. Eén van de bewakers komt binnen en bekijkt de groep. Hij gaat weer weg en verteld bewakker twee hoe de beelden staan. Alle beelden gaan nu zitten en de tweede bewaker komt binnen. Lukt het hem om iedereen in de goede houding terug te zetten?

Benodigdheden:
Geen

Terug

Zoek de dirigent

Als er iemand de kamer uit is gegaan wordt er in de groep een dirigent aangewezen. Hij beeldt uit hoe hij een instrument bespeelt en de hele groep doet hem na. De persoon die weg was gestuurd komt weer terug en probeert uit te vinden wie de dirigent is. Natuurlijk kan die ondertussen zo vaak wisselen van instrument als hij kan zonder betrapt te worden.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Pittenzak petanque

Elke speler krijgt een pittenzakje. Ze proberen allemaal zo dicht mogelijk bij het eerste zakje te gooien maar zonder hem te raken want dat levert een strafpunt op. De dichtstbij liggende krijgt een punt.

Benodigdheden:
Pittenzakjes (makkelijk te maken van oude washandjes gevuld met zaadjes, bonen of rijst)

Terug

Ballondansen

Alle spelers binden met een stuk touw een ballon vast aan hun rechtervoet. Terwijl de muziek speelt, dansen de spelers in het rond en proberen de ballonnen van de andere dansers stuk te trappen en hun eigen balonnen goed te beschermen. Elke speler die na het stoppen van de muziek nog een hele ballon heeft krijgt een punt.

Benodigdheden:
Balonnnen
Touw
Muziek

Terug

Wat zou je doen.....?

Verdeel de spelers in twee ploegen. De spelers van de eerste ploeg schrijven ieder een zin op die begint met de woorden: 'Wat zou je doen als....?' De spelers van de andere ploeg schrijven ieder een antwoord op: 'Ik zou.....' De papiertjes worden in de twee dozen verzameld: een doos voor de vragen en een doos voor de antwoorden. Dan nemen de spelers om beurten uit elke doos een papiertje en lezen hardop op wat er staat.

Benodigdheden:
Twee dozen of iets dergelijks
Pen en papier

Terug

Armworstelen

Twee spelers gaan gestrekt op de grond liggen met hun hoofden naar elkaar toe. Ze drukken zich nu op met hun armen. Ze moeten nu proberen elkaars polsen weg te trekken. Wie verliest als eerste zijn evenwicht.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Rechtop is troef

Alle spelers krijgen evenveel bierviltjes. Om beurten gooien ze een viltje naar de muur. Blijft een viltje rechtop tegen de muur staan dan krijt die speler alle viltjes die op de grond liggen. Het spel stopt als er een speler is zonder viltjes. De andere spelers kijken dan wie er de meeste heeft.

Benodigdheden:
Bierviltjes

Terug

Zangduo's

De spelleider maakt een aantal briefjes met titels van liedjes erop. Voor elk liedje maakt hij twee briefjes. Alle spelers komen een briefje halen en verspreiden zich in de kamer. Op een teken van de spelleider begint iedereen zijn liedje te zingen. En dan maar zoeken naar de andere helft van het duo.

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Dichtrace

Maak een dertigtal kaartjes met twee woorden die rijmen. Elke speler krijgt drie kaartjes. Wie maakt me de woorden het leukste gedicht?

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Verstopte woorden

De spelleider noemt een lang woord. De spelers moeten nu proberen met de letters van dat woord zoveel mogelijk andere woorden te maken.

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Verteluurtje

Een speler leest een verhaal voor op een neutrale toon. De spelleider vraagt plots om van stemming te veranderen. Bijvoorbeeld: 'wordt kwaad'. De speler moet nu gewoon doorgaan met voorlezen maar moet dat doen alsof hij heel kwaad is. Zo kun je hele grappige verhalen krijgen.

Benodigdheden:
Een verhaal

Terug

Dweilhockey

Het woord zegt het eigenlijk al: dit is hockey met een dweil. Dit spel moet binnen worden gespeeld op een gladde vloer en is dus erg geschikt voor een verregende opkomst. Het enige wat je ervoor nodig hebt zijn twee bezems/zemen of iets wat daar in de buurt komt, een dweil en twee doelen (paaltjes, gekanteldetafels, een muur). Het spel wordt gespeeld met twee spelers. Zodra een van de twee heeft gescoord gaat de verliezer er uit en komt er een nieuwe speler in het veld. Het eigenlijke spel gaat zo: Beide spelers gaan met hun hakken tegen hun eigen doel staan. Beide hebben ze hun bezem/zeem in hun hand. De spelleider gooit de dweil in het midden van het veld en op het moment dat hij de grond raakt mogen de spelers loskomen van hun doel. Ze moeten proberen om met schijnbewegingen en snel schuiven de dweil met de bezem tegen het doel van de tegenstander te drukken. Om ongelukken te voorkomen en om je bezem een beetje heel te houden kun je afspreken dat de bezem niet van de grond mag komen.

Benodigdheden:
Gladde vloer
Twee doelen (muren/tafels)
Twee bezems o.i.d.

Terug

Zoek de bel

Iedereen gaat in een kring zitten met de rug naar het midden. Een van de kinderen wordt gekozen om in het midden te gaan zitten. Aan een van de kinderen wordt een kleine bel gegeven, die hij/zij moet doorgeven aan degene die naast hem/haar zit. Ze moeten de bel zo doorgeven dat hij niet te horen is. Dat mag niet worden gedaan door de klepel vast te houden. Degene die in het midden zit moet proberen te horen wie de bel vast heeft.

Benodigdheden:
Een kleine bel

Terug

Dierenspel

Voor dit spel heb je een stapeltje kaarten met de afbeeldingen van dieren nodig. Elk dier moet een paar keer op de kaarten voorkomen. Elk kind krijgt een kaart, maar ze mogen de voorkant met het dier nog niet bekijken. Als iedereen een kaart heeft mogen ze worden omgedraaid. Iedereen maakt dan het geluid van het dier dat op die kaart staat en moet al rondlopend de andere kinderen vinden die het zelfde dier hebben.

Benodigdheden:
Kaarten met dieren

Terug

Geluidenquiz

Neem van tevoren op een bandje op met een aantal geluidseffecten. In de bibliotheek hebben ze vaak wel cd's met deze effecten. De kinderen moeten proberen te raden wat het geluid is dat ze horen. Varieer een beetje in moeilijkheid, van bijvoorbeeld een blaffende hond tot de sonar van een onderzeeer.Een moeilijker variant is om de eerste maat/maten van een bekend muziekstuk te draaien en dan te moeten raden welk nummer het is.

Benodigdheden:
Een bandje met geluidseffecten

Terug

Paardenrace

Dit spel is het leukste als je het speelt met ongeveer 20 kinderen.
Alle spelers zitten in een kring, op hun knieën en als het even kan zó dicht tegen elkaar aan dat de dijbenen elkaar raken. Klein kringetje dus. De bedoeling is dat je een race gaat racen, waarbij uiteindelijk iedereen de winnaar is (non-competatief dus).
Tijdens het spel mag er best een beetje lawaai gemaakt worden! Een staflid is de race-leider en zit ook in de kring.
Hij begint met: stap allemaal op je paard.... (iedereen blijft op zijn knieën zitten maar doet alsof hij op een paard gaat zitten)
We lopen heel langzaam naar de start.... (dit doet iedereen door met zijn handen langzaam op zijn bovenbenen te slaan, het stappen van het paard)
We staan in de box, het aftellen begint.... 3, 2, 1...start! (hierbij gaat iedereen als een gek op zijn bovenbenen slaan om maar zo hard mogelijk te rennen...)
Om het parcours wat aangenamer te maken dan alleen rechtdoor zijn er een aantal variaties mogelijk:
- bocht naar rechts (iedereen leunt naar rechts)
- bocht naar links (idem, leunen naar links)
- hindernis (iedereen veert op en gooit zijn armen in de lucht en zegt 'Hoooo')
- waterbak (iedereen veert op en maakt een brrr geluid door met zijn wijsvinger langs zijn lippen te gaan)
- publiek aan de linkerkant (iedereen veert op en zwaait naar links)
- publiek aan de rechterkant (idem, zwaaien naar rechts)
- hoog publiek (dat is de koningin, opveren, hand op het hart en de eerste regel van het wilhelmus zingen)
- Ankie van Grunsven (iedereen veert op en doet alsof hij dressuur rijdt)
- scheerlijn (iedereen haalt zijn wijsvinger langs zijn nek en maakt een geluid alsof je nek geraakt wordt door de scheerlijn)

Het is de bedoeling dat deze bewegingen allemaal achter elkaar in de race voorkomen (natuurlijk niet per sé in deze volgorde). Ze zijn ook bij elkaar te voegen (bijv. dubbele hindernis met waterbak)
Wat belangrijk is: iedereen moet blijven 'rennen' tijdens en na de bewegingen... Op een gegeven moment komt de finish natuurlijk in zicht! Het laatste stukje heel hard rennen, daar is de finish, gewonnen! (juichen!) Er is vuurwerk (iedereen maakt een soort fluitgeluid en doet vuurwerk na met zijn handen) Daarna rust.

Benodigdheden:
Geen

Opmerkingen
Leuk spel, wel een beetje vermoeiend. Sommige kinderen kunnen nog wel eens moeite hebben met het verschil tussen links en rechts en dat kan wel eens botsingen teweeg brengen in de bochten....

Terug

Gezegden raden

Alle spelers kijken naar de spelleider. De spelleider beeldt zonder geluid te maken een gezegde uit. De speler die raadt welk gezegde het is krijgt van de spelleider een kaartje met het volgende gezegde dat hij mag uitbeelden. Telkens is degene die het gezegde als eerste raadde aan de beurt om uit te beelden.

Benodigdheden:
Kaartjes met gezegden

Terug

Breinbreker

Dit spel lijkt op Mastermind en Lingo. Een speler schrijft voor de andere speler onzichtbaar een woord van 4 letters op. De andere speler doet nu een gok naar het woord door zelf een woord op te schrijven. De eerste speler zegt vervolgens hoeveel van de letters op de goede plaats staan en hoeveel van de letters wel in het woord voorkomen, maar dan op een andere plaats. Elke keer als de tweede speler een nieuw woord opschrijft om zo het verborgen woord te vinden, krijgt hij een strafpunt. Is het woord geraden of is het na 15 keer nog niet geraden, dan wisselen de rollen. Doet de andere speler het beter?

Benodigdheden:
2 vellen papier
Een potlood of pen

Terug

Kokosnootroof

Alle kinderen zitten in een kring. Een van hen is de aap en wordt weggestuurd. In het midden van de kring ligt een kokosnoot (een bal). Als de aap er niet meer bij is wordt er een jager aangewezen. De aap wordt weer teruggehaald. Zodra hij de kring binnen stapt om de kokosnoot te stelen mag de jager opstaan om de aap te tikken. Wie is er sneller, de jager of de aap?

Benodigdheden
Een bal

Terug

Kamerbasketbal

Aan één kant van de kamer staat een emmer. De spelers moeten vanaf de andere kant van de kamer proberen een pittenzakje of een schuimbal in de emmer te gooien. Wie heeft het minst aantal worpen nodig?

Benodigdheden:
Een emmer
Een pittenzakje (meer is handig) of een schuimbal

Terug

Briefjesspeurtocht

Ergens in het clubhuis verstopt de leiding een schat. De spelers krijgen een briefje met daarop een raadsel of een aanwijzing waar ze een volgend briefje kunnen vinden. Bijvoorbeeld: 'Loop 3 keer om het clubhuis en kijk uit dat je niet nat wordt.' Het volgende briefje zou dan bijvoorbeeld in een emmer zitten die buiten hangt. Na een speurtocht langs verschillende briefjes en opdrachten wordt de schat gevonden.

Benodigdheden:
Briefjes met opdrachten en aanwijzingen
Een 'schat'

Terug

Zoek mij

Alle spelers, behalve eentje, verlaten de kamer. Die ene verstopt een balletje in de kamer op een lastige, maar zichtbare plek. De rest van de spelers komt binnen en gaan ieder voor zich op zoek naar het balletje. Als een speler de bal heeft gezien dan gaat hij zitten. Hoe lang duurt het voordat iedereen zit? Degene die het balletje als eerste zag mag het nu verstoppen.

Benodigdheden:
Een (pingpong)balletje

Terug

Limbo

Twee personen houden een lat op de zelfde hoogte vast. Alle deelnemers staan in een rij voor de stok. Ze moeten door hun knieen te buigen en achterover te leunen onder de stok door lopen zonder dat ze deze aanraken. Raakt iemand de stok aan dan ligt hij er uit. Is iedereen aan de beurt geweest, dan gaat de stok een paar centimeter naar beneden. Dit is een leuk spel voor alle leeftijden. Het gaat het best als je er opzwepende muziek bij aan hebt staan.

Benodigdheden:
Een stok
Muziek

Terug

Knoopspel

Alle spelers lopen kris-kras door elkaar. Op een teken pakt iedereen een hand van iemand die in de buurt staat. Iedereen moet met beide handen een ander vasthouden. Zo ontstaat er een verwarde ketting. Ergens onderbreekt de spelleider de ketting. Degene waar de ketting wordt doorbroken is de ontknoper. Deze ontknoper moet zonder handen los te maken de keten zien te ontwarren.

Benodigdheden
Geen

Terug

Knock your socks off

Dit is een leuk spel om tijdens een regenachtig kamp in de slaapzaal te doen. Voor een normale opkomst is het wellicht minder geschikt omdat je achteraf wel eens klachten zou kunnen krijgen over de sokken. Alle deelnemers gaan op de grond zitten. Het is de bedoeling om je sokken aan te houden en tegelijkertijd te proberen om de sokken van de anderen uit te doen. Iemand die beide sokken kwijt is is af. Degene die als laatste nog een sok aan heeft is de winnaar.

Benodigdheden
Iedere speler twee sokken

Terug

Een minuut zingen

Iemand begint te zingen, terwijl een ander op zijn horloge klokt hoe lang er wordt gezongen. De zanger moet proberen om precies na een minuut te stoppen met zingen. Wie komt het dichtst bij de minuut?

Benodigdheden:
Een horloge of stopwatch

Terug

Vervolgverhaal

Iedereen krijgt een velpapier en iets om mee te schrijven. De spelleider dicteert het begin van een zin en alle spelers mogen die zin zelf afmaken. Daarna vouwt iedereen zijn vel zo dat de zin wordt bedekt en geeft het door aan zijn buurman. Vervolgens dicteert de spelleider een tweede zin en ook die mag iedereen zelf afmaken. Zo gaat het een tijdje door, tot uiteindelijk iedereen een vel papier openvouwt en voorleest.

Benodigdheden:
Net zoveel vellen papier als spelers
Iets om mee te schrijven voor alle spelers

Terug

Spreekwoorden raden

Iemand bedenkt een spreekwoord. Hij schrijft het op een papiertje of op een schoolbord, maar in plaats van letters schrijft hij puntjes (net als bij galgje). De spelers noemen om de beurt een letter. Als de letter in het spreekwoord voorkomt wordt hij op de goede plaats(en) bijgeschreven. Wie raad het spreekwoord?

Benodigdheden:
Pen en papier (of krijt en een bord)

Terug

Ik ga op reis en ik neem mee...

De eerste speler zegt: 'Ik ga op reis en ik neem mee:...' en noemt vervolgens een voorwerp. De volgende in de rij zegt ook:'Ik ga op reis en ik neem mee:' en noemt vervolgens het eerder genoemde voorwerp en voegt er zelf aan het eind eentje aan toe. Dit gaat net zo lang door tot iedereen aan de beurt is geweest. Als iemand niet de hele lijst met voorwerpen van zijn voorgangers kan opnoemen is hij af en is de volgende aan de beurt.

Benodigdheden
Pen en papier (om mee te schrijven)

Terug

PIT (ook wel ruil-schreeuw-spel)

In de originele vorm speel je dit spel met 6 personen, maar je kan dit aantal ook uitbreiden of inkrimpen. Per persoon heb je een serie kaartjes nodig (8 stuks) op 1 serie kaartje staan dezelfde nummers.
Je schudt de kaartjes en deelt ze uit (elke speler moet 8 kaartjes hebben). Verder heb je twee jokers, eentje waarop min staat en eentje waarop plus/min staat. Deze jokers worden mee uitgedeeld (er zijn dus twee spelers die 9 kaartjes hebben) het is de bedoeling dat je een serie bij elkaar spaart. Om een serie te krijgen zul je je kaartjes moeten gaan ruilen met je medespelers.
Er is echter 1 moeilijkheidje; je moet minimaal 2 en maximaal 8 kaartjes ruilen, en de kaartjes die je ruilt moeten hetzelfde zijn. Diegene met wie je ruilt mag jouw kaartjes pas zien als hij/zij ze heeft geruild. Je ruilt dus met de "rug" naar boven. Het leuke is dat iedereen door elkaar gaat ruilen, dus niet afwachten, maar gewoon roepen: "ik wil zoveel kaartjes ruilen..."(je ruilt wel altijd hetzelfde aantal kaartjes tegen hetzelfde aantal) Het kan dus zijn dat je na het uitdelen maar 1 keer 2 dezelfde kaartje hebt, dan zul je die moeten gaan ruilen en toch een andere serie moeten gaan sparen. De twee jokers mag je ook ruilen, die kan je in combinatie met elkaar of met een kaartje waarvan je er maar 1 hebt ruilen (zo raak je die "eenlingen"ook weer kwijt) Je mag niet een joker met twee verschillende kaartje ruilen, een joker met twee of meer dezelfde mag weer wel.
Wie als eerste een serie van 8 dezelfde heeft, of van 7 dezelfde plus de joker +/- heeft gewonnen. De andere hebben allemaal 0 punten. Diegene met de "min-joker"heeft min 10 punten en als iemand anders dan de winnaar de andere joker op het einde in zijn bezit heeft, heeft diegene ook min 10 punten. De winnaar krijgt 10 punten.

Benodigdheden:
Voor iedere speler een serie dezelfde genummerde kaartjes bestaande uit 8 kaartjes
2 jokers

Terug

Spelletjesdag

Ook dit is een goed winter/regenprogramma. In het clubhuis staan een aantal tafels (5?) met bordspelletjes. Iedereen doet elke spelletje een keer. Er zijn rondes van een kwartier, en net zoveel rondes als spelletjes (of een ronde meer zodat iedereen tussendoor een keer kan uitrusten. Aan het einde van elk spel worden de posities genoteerd (1e plaats, 2e enz.). Hiermee kan uiteindelijk de score worden berekend.

Benodigdheden
Spelletjes
Scorelijstjes

Terug

Beschrijvingsquiz

Dit is een leuk programma voor een verregende opkomst van de wat oudere speltakken. Elke deelnemer speelt in zijn/haar eentje. De eerste deelnemer pakt een woordenboek (Nederlands of een andere taal) en zoekt een moeilijk woord uit. Alle andere deelnemers hebben pen en papier gekregen. Ze schrijven nu allemaal het woord op met daarachter een verklaring van dat woord. Deze verklaring hoeft niet juist te zijn, als hij maar aannemelijk klinkt. Degene die het woord heeft uitgezocht schrijft op zijn/haar blaadje de werkelijke betekenis. Als iedereen wat heeft opgeschreven neemt de spelleider alle blaadjes in en leest ze een voor een op. Als alle blaadjes voorbij zijn gekomen kiest iedereen een uitleg die volgens hem de juiste is. Hebben ze de goede verklaring gekozen, dan verdienen ze twee punten. Heeft iemand een foute verklaring gekozen, dan krijgt degene die die verklaring heeft bedacht een punt per persoon die voor zijn verklaring heeft gekozen. Als alle punten zijn opgeschreven krijgt iemand anders het woordenboek en begint alles opnieuw.

Benodigdheden:
Een woordenboek
Pen en papier voor elke speler

Terug

Verboden letter

De spelers zitten in een kring. Iemand heeft in zijn handen een balletje. Hij gooit het balletje op naar een anders speler en zegt: "De welpen hebben een hekel aan aaaa's. Waar gaan ze naartoe op kamp?" De speler die het balletje ving moet nu binnen een afgesproken tijd een plaats zonder een a noemen. Je kunt varieren door een andere letter te nemen of een andere richting in te slaan, zoals: "Peters vader houdt niet van rrrrr's, wat is zijn beroep". Das lastiger dan je denkt!

Benodigdheden:
Een balletje of iets anders om over te gooien

Terug

Knikkers tellen

Dit spel speel je met 2 of tot 4 spelers tegelijk. Elke speler krijgt 10 speelkaarten (de aas tot de 10). Midden op de tafel staat een bak met knikkers. Na het startsein leggen alle spelers 1 knikker op de aas, 2 knikkers op de 2, 3 knikkers op de 3 enz. Welke speler heeft als eerste 10 knikkers op de 10 liggen, zonder dat er een knikker wegrolt?

Benodigdheden:
Een bak met knikkers
Een pak kaarten

Terug

Telegraaf

Alle spelers zitten in een kring. Elke speler heeft zijn linker hand op de rechterknie van zijn linker buurman, en zijn rechterhand op de linkerknie van zijn rechterbuurman. Op deze manier haak je zeg maar bij elkaar in. Een leider in de kring begint met het signaal: hij geeft een klap op de knie van zijn buurman. Vervolgens klapt de hand die met de klok mee de volgende op rij is. Zo gaat het signaal de kring rond. Het signaal kan lastiger worden gemaakt door er twee te versturen, in dezelfde richting of tegen de klok in.

Benodigdheden
Geen

Terug

Videoavond

Een leuk programma voor een winteravond is een filmmarathon. Met introducés, hapjes en drankjes heb je al gauw een gezellige avond.

Benodigdheden:
Films
Apparatuur

Terug

Spreekwoordenspel

Dit lijkt een beetje op het vroeger zo bekende advertentiespel. Iemand noemt de eerste helft van een spreekwoord of schrijft het op de linkerhelft van een blaadje. Iemand anders plakt er dan een tweede gedeelte aan vast. Je krijgt zo de gekste combinaties.

Benodigdheden:
Pen en papier

Terug

Afkortingenquiz

Dit lijkt op de woordenboekquiz, alleen gaat het nu omgekeerd. De spelleider noemt een afkorting en het team dat als eerste de afkorting kan verklaren krijgt een punt. Je kunt natuurlijk ook een jury samenstellen, in dat geval gaat het erom welk team de meest originele verklaring geeft.

Benodigdheden:
Een woordenboek

 

Teamspelen



Terug

Levend statego

Het bekende spel met twee teams als legers. Beide teams hebben dezelfde rangen op kaartjes. Aan beide kanten van een groot terrein hebben de teams een eigen basis. Op die plek zit iemand (bijvoorbeeld de leiding) om de kaartjes willekeurig uit te delen. Elk team heeft zijn eigen kleur kaartjes. Op elk kaartje staat een rang. Die rangen lopen op van spion en verkenner tot aan generaal en maarschalk. Als het spel begonnen is gaan de spelers het veld in met elk een kaartje op zak en proberen de tegenstanders af te tikken. Als er is getikt dan laten beide spelers hun kaartje zien. De hoogste rang krijgt het kaartje van de laagste. Ben je je kaartje kwijt dan ga je bij je basis een nieuwe halen. Bij het tikken gelden een aantal speciale regels:

Degene die de bom tikt wordt opgeblazen en is zijn kaartje kwijt. Behalve de mineur die de bom onschadelijk maakt.

De bom mag zelf niet tikken, maar moet door een ander worden getikt.

De maarschalk is de allerhoogste rang en kan dus iedereen tikken zolang hij niet op een bom loopt. Er is echter één rang die de maarschalk kan pakken en dat is de allerlaagste, de spion. Dan moet de spion wél de maarschalk tikken en niet andersom.

Het spel stopt na een bepaalde tijd of als alle kaartjes op zijn.

Levend stratego wordt heel vaak gecombineerd met het verstoppen van een vlag. Voordat het spel begint verstopt een speler van elk team hun vlag (vlag of theedoek) binnen het terrein. Zodra het spel is begonnen gaan de teams op zoek naar elkaars vlag. Als de vlag is gevonden eindigt het spel.

De rangen zijn op volgorde van hoog naar laag:

Maarschalk (10)
Generaal
Kolonel
Majoor
Kapitein
Luitenant
Sergeant
Mineur
Verkenner
Spion (1)

En zonder rang:

Bom

Benodigdheden:
Vlaggen
Kaartjes met rangen

Terug

Waterzuivering

Een leuk spel voor in het zwembad. De spelers worden verdeeld in twee teams die elkaars handen vasthouden. Ze vormen dus beide een kring in het water. Op het water drijven voor elk team een aantal voorwerpen. Na het startsein brengt iedere ploeg zo vlug mogelijk al zijn voorwerpen naar de kant. Ze mogen daarbij elkaars handen niet loslaten. Ze moeten de voorwerpen insluiten en naar de kant zwemmen.

Benodigdheden:
Drijvende voorwerpen

Terug

Weg met de bal!

Dit is een leuk spel als je veel tennisballen hebt en een vlakke ondergrond (bijvoorbeeld een straat). Achter twee lijnen staan de teams. Tussen de twee lijnen in ligt een grotere bal. Elke speler heeft een tennisbal. Ze gooien die tennisbal zo hard mogelijk tegen de grote bal aan om hem over de lijn van de tegenstander te laten rollen. Je mag natuurlijk niet over de lijn komen. De ploeg verliest als de bal hun kamp binnen rolt.

Benodigdheden:
Een groter bal zoals een voetbal of een basketbal
Veel tennisballen

Terug

Dijk verzwaren

De spelers stellen zich in twee ploegen tegenover elkaar op. Elke ploeg heeft een teil met water. In het midden ligt een zak zand. De bedoeling is die zak in de teil van de andere ploeg te dumpen. Maar die andere ploeg wil daar niets van weten en zal proberen de zak juist bij de andere partij in de teil te gooien. Natuurlijk wordt dit steeds zwaarder als de zak een paar keer nat is geworden. Welke partij geeft als eerste op?

Benodigdheden:
Twee teilen
Een stevige zak met zand

Terug

Kleefkrant

Weer een leuke estafettevariant. Twee ploegen, twee rijen. De eerste speler krijgt een krant en rent een route en komt terug en geeft de krant door aan de volgende. Niet veel bijzonders zul je zeggen. Maar tijdens het lopen mag hij de krant niet vasthouden. Hij moet hem door hard te lopen tegen zijn borst aan laten blazen. Welk team is als eerste klaar?

Benodigdheden:
Twee kranten

Terug

Balonestafette

De twee partijen staan klaar achter de startlijn. De eerste speler van elk team heeft een ballon. Na het startsein loopt hij met de ballon naar de overkant, komt terug en geeft hem aan de volgende. Maar let op: de ballon mag daarbij niet met de handen worden aangeraakt. Het is de bedoeling de ballon voort te bewegen met korte tikjes van knieen, armen, hoofd enz. De ploeg die als eerste zit, wint.

Benodigdheden:
Twee balonnen

Terug

Kletsnat

Dit is een mooi spel voor een warme dag. Twee ploegen staan achter de startlijn. Elke ploeg heeft een emmer met water. Ze moeten dat water overbrengen naar hun andere (lege) emmer aan de andere kant van het terrein. Dat doen ze door een handdoek onder te dompelen in de eerste emmer, die in hun nek te leggen en naar de tweede emmer te rennen. Daar wringen ze de handdoek uit en rennen zo snel mogelijk weer terug om de handdoek door te geven. De ploeg die als eerste zijn tweede emmer vol heeft, wint.

Benodigdheden:
Vier emmers
Water
Twee handdoeken

Terug

Twee emmertjes water halen

Trek twee lijnen op 5 meter van elkaar. De spelers vormen twee ploegen en gaan in twee rijen achter een lijn staan. De voorste speler van elke rij geeft een emmertje water boven zijn hoofd door aan de speler achter hem. Die geeft op zijn beurt het emmertje onder zijn benen door naar achteren. Dan weer boven het hoofd... Wanneer het emmertje bij de laatste speler is aangekomen, loopt die vlug naar voren en begint het doorgeven opnieuw. Zo moeten beide ploegen zo snel mogelijk de andere lijn bereiken. Met water wel te verstaan.

Benodigdheden:
Twee emmers vol met water

Terug

Paspop

De spelers worden verdeeld in twee groepen. Elke groep krijgt een even grote doos met verkleedkleren. Van elke ploeg gaat een speler los van de groep staan. Hij is de paspop die moet worden aangekleed. De eerste speler van een ploeg neemt een kledingstuk uit de doos en rent ermee naar de pop. Nadat hij het kledingstuk bij de pop heeft aangedaan, rent hij weer terug en sluit achteraan. Nu doet de volgende speler hetzelfde. De pop blijft intussen stijf staan. De ploeg die als eerste zijn pop helemaal heeft aangekleed wint.

Benodigdheden:
Verkleedkleren

Terug

Ballen dragen

De twee partijen staan naast elkaar achter een lijn. Ze moeten in een estafette alle ballen die achter hun lijn liggen naar een vak aan de andere kant van het veld brengen. Je mag er zoveel meenemen als je denkt dat je kunt dragen. Maar pas op! Als je een bal laat vallen moet je opnieuw beginnen. Overschat jezelf dus niet.

Benodigdheden:
Veel ballen

Terug

Levend boter kaas en eieren

Dit spel gaat hetzelfde als het bekende spelletje op papier maar dan met mensen. Teken een groot rooster op de grond en gebruik de spelers van beide partijen als kruisjes en rondjes.

Benodigdheden:
Partijlintjes of dassen om de teams aan te geven

Terug

Vliegende bom

Een kamer of zaaltje is in twee helften verdeeld. In elk vak staat een team. De spelleider laat in het midden een (heel licht) donsveertje los. Terwijl het veertje in de lucht zweeft moeten de spelers proberen om door te blazen het veertje zo te sturen dat het op de grond land op het veld van de andere partij.

Dit spel kun je niet erg lang doen, want je snapt dat dit leuke spel na een lange tijd intensief blazen niet meer leuk is.

Benodigdheden:
Een donsveertje

Terug

Blind volleybal

Hang een volleybalnet op en leg over het net een laken of deken. In plaats van een net kun je ook een touw spannen. Zorg dat het laken zo hangt dat je er niet overheen of onderdoor kunt kijken. De twee partijen gaan aan beide kanten van het net staan. Ze spelen nu gewoon volleybal, met het verschil dat ze de bal niet zien aankomen. Omdat dit een stuk moeilijker is dan gewoon volleybal kun je om te beginnen het best een lichte bal of ballon gebruiken.

Een variatie op dit spel is om iedereen op de grond te laten zitten.

Benodigdheden:
Een net of touw
Een deken of laken
Een lichte bal/ballon

Terug

Baloespel

De groep wordt verdeeld in twee partijen. Elke partij krijgt een helft van het speelveld toegewezen. Om de beurt mogen spelers van een van de partijen het vak van de tegenstanders in zolang ze snel achter elkaar het woord 'Baloe' blijven zeggen. De speler die in het vak van de tegenstander loopt (en dus baloe, baloe, baloe roept) moet proberen zo veel mogelijk tegenstanders af te tikken. Hij moet er echter voor zorgen dat hij terug is in zijn eigen vak voordat hij geen lucht meer heeft om achter elkaar Baloe te blijven roepen. Als hij niet terug is in zijn eigen vak op het moment dat hij stopt met Baloe te roepen, dan mogen de spelers van de andere partij hem proberen af te tikken.

Benodigdheden:
Geen

Terug

Kleurencirkels

De groep wordt verdeeld in twee teams. Binnen elk team krijgt iedereen een nummer. Op de grond zijn met krijt vijf verschillend gekleurde cirkels getekend. Elke kleur cirkel wordt aangesproken met de naam van iets dat die kleur heeft. Een paar voorbeelden:

Groen: Smaragd, komkommer, gras
Rood: Bloed, kersen, robijn
Blauw: water, lucht
Geel: citroen
Bruin: aarde, aardappel, leer

De spelleider roept een combinatie van een kleur en een nummer, bijvoorbeeld: WATER 3! Uit beide teams rennen nu de nummers 3 naar de blauwe cirkel. Het team van de speler die er het eerste staat krijgt een punt.

Bedenk bij dit spel dat er kinderen kunnen zijn die wat problemen hebben met het onderscheiden van de verschillende kleuren. Zij zullen wat hulp kunnen gebruiken.

Benodigdheden:
5 verschillende kleuren krijt

Terug

Pion Spel

Noip Leps staat voor omgekeerd Pion Spel. Het veld wordt in twee vakken verdeeld, met in het midden een streep. Ca 15 meter x 10 meter per vak, dus totaal ca. 30 x 10(breedte).
Geheel achterin het vak (op de achterlijn) komen met gelijke tussenruimtes de 5 pionnen te staan, dit ook in het andere vak. Beide teams (a 5 man) moeten proberen 10 pionnen op hun eindlijn te krijgen door ze bij hun tegenpartij weg te kapen. Wanneer je, al is het maar met een voet, over de middenstreep komt mag de tegenpartij jouw aftikken en moet je wijdbeens gaan staan daar waar je bent getikt. Je mag met het spel pas weer meedoen als je bevrijd bent door een teamlid. Dit bevrijden gaat als volgt, je teamlid snelt naar je toe (zonder getikt te worden natuurlijk) en kruipt, glijt of rolt tussen je benen door. Op dat moment mogen jullie allebei VRIJ terug lopen naar jullie eigen vak. De tegenpartij mag jullie nu niet meer aftikken!
Wanneer je het gered hebt om naar de overkant te komen om een pion te pakken, zonder getikt te worden mag je ook VRIJ terug lopen. De tegenpartij mag je nu niet meer tikken ook al loop je MET EEN pion door hun veld heen. Wel is de regel dat je maar een pion per keer mee mag nemen!!! Ook mag je NIET de bemachtigde pion naar je teamleden gooien of naar de achterlijn gooien. Je moet de pion ZELF NETJES op de achterlijn neerzetten. Wanneer je met de net bemachtigde pion in je eigen vak loopt mag je NIET een in jouw vak lopende speler van de tegenpartij tikken voordat je de pion netjes hebt neergezet. Zodra een team alle 10 de pionnen op hun eindlijn hebben staan heeft dat team gewonnen.

Benodigdheden:
Afzetlint
Net zoveel pionnen als deelnemers

Terug

Nummerbal

Dit spel spel is mij uitgelegd door een Joegoslaaf op de 18e Wereld-Jamboree. Een andere leider verzekerde mij een tijdje geleden echter dat hij het spel ook al vaker had gespeeld.

Aan beide kanten van het speelveld staat een team. Stel dat elk team uit 5 personen bestaat. Elk team spreekt onderling (zonder dat de tegenpartij het hoort) af wie welk nummer krijgt in de reeks cijfers 1 tot en met 5. Wanneer de afspraken zijn gemaakt stellen de teams zich op de tegenovergestelde lijnen op. In het midden ligt een luciferdoosje of een stokje. De spelleider roept nu een willekeurig nummer af. Zoals je begrijpt is er in elk van beide teams iemand met dit nummer en die rennen dan ook allebei naar het midden. De bedoeling is om het doosje zo snel mogelijk te pakken en weer terug te brengen over de lijn van je eigen partij. Er zijn echter een aantal regels:

Je mag in beginsel niet over de middenlijn het vak van de tegenstander in.

Je moet je rechterhand op je rug houden.

Pas op het moment dat de tegenstander het doosje pakt mag je de lijn passeren en proberen om de tegenstander af te tikken voordat hij weer terug is over de eigen lijn.

Het is dus niet altijd het slimste om meteen het doosje op te pakken, want dan zou je wel eens kunnen worden getikt. Een ploeg haalt een punt wanneer iemand het doosje ongetikt terugbrengt over de eigen lijn, of wanneer de tegenstander wordt getikt op de weg terug. Je krijgt dus al gauw een situatie waarbij twee mensen in het midden tegenover elkaar staan en schijnbewegingen maken. Is het punt binnengehaald, dan wachten beide teams gespannen tot de spelleider een nieuw (of hetzelfde) nummer roept.

Benodigdheden:
Een luciferdoosje/stokje
Een relatief klein (rechthoekig) speelveld

Terug

Ratten en raven

Bij dit spel stellen twee teams zich langs een lijn tegenover elkaar op. Degene die voor je staat is jouw persoonlijke tegenstander. De ene partij heet 'raven' en de andere partij heet 'ratten'. Aan beide kanten van de middenlijn hebben beide partijen hun eigen 'thuislijn'. De spelleider roept willekeurig een van de beide namen (ratten of raven). Het team dat werd genoemd probeert nu zo snel mogelijk naar de eigen achterlijn te rennen, terwijl het andere team ze probeert te tikken. 1 x tikken = 1 punt Het afroepen van de namen gaat willekeurig, maar beide teams moeten wel ongeveer evenveel beurten krijgen.

Benodigdheden:
Een speelveld met drie lijnen (paralel met 5 meter ertussen)

Terug

Touwtje branden

Boven een gat in de grond of boven een stookplaats worden op dezelfde hoogte twee draden gespannen. De hoogte moet toch zeker wel een meter zijn, maar de echte die-hard gaat hoger. De groep wordt opgedeeld in twee teams. Elk team heeft krijgt een draad met daaronder een stookplaats toegewezen. Elk team verzamelt hout of krijgt van de organisatie een gelijke stapel hout. Zodra het startsein is gegeven bouwen beide teams hun vuur naar eigen inzicht op en steken het aan. Het team dat als eerste het touwtje heeft doorgebrand is de winnaar.

Benodigdheden:
Veel klein hout (geen grote blokken)
Sisaltouw
Lucifers
Twee stookplaatsen

Terug

Smokkelspel

Voor dit spel heb je een heel groot terrein nodig, het liefst een stuk bos. De groep wordt verdeeld in twee teams. Het ene team is douane, het andere smokkelaars. De smokkelaars moeten smokkelwaar halen bij een uitdeelpost en moeten dit zien over te brengen naar de andere kant van het terrein zonder dat ze worden gepakt door de douane. De douane kan het smokkelwaar in beslag nemen door een smokkelaar te tikken. Rondom de uitdeelpost en het punt waar de smokkelwaar moet worden afgeleverd mag de douane niet tikken. Dit is om te voorkomen dat smokkelaars worden opgewacht en de kans niet krijgen om het spel te spelen. Het spreekt voor zich dat de smokkelaars maar 1 stuks smokkelwaar bij zich mogen hebben. Soms moet je hier even goed op letten want sommigen 'smokkelen' meer dan bij dit spel de bedoeling is.

Benodigdheden:
Een groot terrein
Smokkelwaar (kaartjes of iets anders)

Estavakkensleepsleurspel

Verdeel de groep in 4 groepjes. Elk groepje krijgt een hoek van het speelveld. Daar zijn vakken getekend met stoepkrijt met nummers erin (nummers 1 t/m 4). In het midden van het speelveld zijn 5 cirkels getekend: 1 in het midden en 4 erom heen, in de richting van de vakken waar de kinderen in zitten. In deze cirkels komen ook de nummers die corresponderen met dat vak.
Groepje 1 krijgt een tennisbal en probeert op een van de cirkels te gooien. Er zijn een aantal mogelijkheden:
- de bal komt in de cirkels 2, 3 of 4: er wordt op het vlak afgestormd waarvan de cirkel net geraakt is en ze krijgen een minuut de tijd om zoveel mogelijk kinderen van dat vak naar hun eigen van te sleuren en slepen. Natuurlijk mogen de kinderen uit het geraakte vak zich verzetten
- de bal komt in de eigen cirkel: iedereen uit de vakken 2, 3 en 4 mag kinderen uit vak 1 naar hun eigen vak slepen. Ook hier krijgen ze een minuut de tijd voor
- de bal komt in de middelste cirkel: iedereen pakt iedereen, complete chaos... ook een minuut. Als de minuut voorbij is gaat de bal over naar groepje twee, die gooit ook enz.
Als er kinderen halverwege het veld liggen na een sleuractie dan mogen ze nog naar hun eigen vak terug. Als ze eenmaal in een ander vak zijn moeten ze dat vak ook gaan helpen. Uiteindelijk zullen de vakken een beetje leeg raken en zal er een vak steeds groter worden totdat het helemaal vol zit met alle kinderen. Einde spel
Raadzaam is wel goede afspraken te maken van te voren over hoe pakken we iemand vast, voorzichtigheid, enz...

Benodigdheden:
Bal
Eventueel stoepkrijt

Terug

Veedievenspel

Het verhaal rond dit spel is als volgt:

In het holst van de nacht sluipt een bende veedieven over het land van een grootgrondbezitter. Ze drijven het vee bijeen en jagen het op tot aan hun schuilplaats. Onderweg blijven er aan de bomen stukjes haar van de beesten hangen (draadjes wol). Een van de dieven heeft zich bezeerd aan het prikkeldraad in de omheining van de grond. Onderweg heeft hij een spoor van bloed achtergelaten (rode verf of ketchup).

Het spel zelf:

Er zijn twee partijen: de dieven en de politie. De politie volgt de sporen (de verf en de wol), terwijl de dieven klaarliggen in een hinderlaag. Iedereen heeft een draadje wol om zijn rechterarm gebonden. Geen van beide partijen weet wanneer ze elkaar zullen ontmoeten. Wanneer de speurders in de hinderlaag lopen proberen de partijen elkaars draadjes wol van de arm te rukken. De partij met de meeste draadjes wint.

Je kunt ook bij elke partij een persoon met een draadje wol laten lopen in plaats van iedereen. Dan gaat het erom wie het eerste de wol van de tegenstander heeft veroverd.

Benodigdheden:
Draadjes wol
Rode verf of ketchup o.i.d.

Terug

Woordenjacht

De groep is verdeeld in twee teams. Ieder teamlid krijgt een vel papier met daarop een letter. De spelleider roept woorden die met de letters zijn te vormen. Het team dat het eerste op lijn staat met de papieren voor zich waar het woord op is te lezen krijgt een punt.

Benodigdheden:
Papieren met letters