“Ik heb extra oude schoenen aangetrokken. Dan kan ik ze na afloop meteen weggooien want ze zijn toch kapot.” De scouts van de dr Ariens-Ingrid in Hengelo lopen in het teken van Driekoningen een tocht. Verdeeld in groepen worden ze een voor een op weg gestuurd. Onderweg zullen ze raadsels moeten oplossen waarbij het goede antwoord ze in de juiste richting wijst.
“Wat was het beroep van Jozef?” Daan, een welp van 8 jaar oud, springt opgewonden op en neer. “Dat weet ik! Dat weet ik! Ik heb het gelezen in een boek op school.” Daan heeft geen idee hoe het boek heet maar hij weet wel dat Jozef timmerman was. En volgens dat antwoord moet de groep linksaf.
“Maar wat als we nu fout lopen”, vragen enkele welpen onzeker aan de leiding. Het antwoord op die vraag is buitengewoon simpel. “Tja als we fout lopen dan lopen we fout.” Toch laten de scouts zich hierdoor niet ontmoedigen. Tot ergernis van de leiding lopen enkele scouts voortdurend ver vooruit op zoek naar het volgende raadsel. “Ik ga die kinderen nog eens een enkelbandje om doen, en elke keer als ze dan te ver weg lopen krijgen ze een stroomstootje”, grapt de leiding.
Halverwege de tocht is er een stop ingelast waar de groepen worden getrakteerd op ranja en een broodje knakworst. Vervolgens wordt de tocht met hernieuwde krachten voortgezet. Ondertussen is de schemer ingevallen waardoor de briefjes met raadsels wat moeilijker te vinden zijn. Maar een beetje scout heeft ten alle tijden een zaklamp bij zich.
Vanzelfsprekend wist welke groep weer veilig de blokhut te bereiken waar ze werden opgewacht met warme soep en koffie.